Aw en WSW constateren dat de afwijking tussen begroting en realisatie soms wel erg groot is. Zij vragen daarom nogmaals aandacht voor het kader dat in de Handleiding dPi 2021 is vastgelegd met betrekking tot het opstellen van de meerjarenbegroting. De op te nemen activiteiten moeten een zo realistisch mogelijke inschatting zijn van een haalbare transitie (in omvang en realisatieperiode) die aansluit op de portefeuillestrategie. Het gaat hierbij zowel om harde als zachte projecten die in de intern vastgestelde en goedgekeurde meerjarenbegroting zijn opgenomen. Voor de eerste drie van de vijf prognosejaren is het uitgangspunt, rekening houdend met de planvoorbereiding, dat een samenhang aanwezig is tussen de realisatieplanning, de aantallen, de categorieën en de (des)investeringen. Voor de laatste twee van de vijf prognosejaren is het portefeuilleplan kaderstellend en hoeven de gegevens niet direct herleidbaar te zijn naar individuele projecten.